Ondanks een herinnering en aanmaning dient X bv de aangifte vpb voor het jaar 2009 niet in. De inspecteur legt vervolgens aan X bv een ambtshalve aanslag vpb voor het jaar 2009 op naar een belastbaar bedrag van € 1000. Ook wordt een verzuimboete opgelegd ter grootte van € 2460. X bv komt in beroep. Het beroep van X bv wordt gegrond verklaard omdat de door de inspecteur vastgestelde winst niet berust op een redelijke schatting, aldus de rechtbank. De verzuimboete is wel passend en geboden. Zowel X bv als de inspecteur komen in hoger beroep. Hof Amsterdam overweegt dat de inspecteur wel aannemelijk heeft gemaakt dat de aanslag berust op een redelijke schatting. Van belang is dat X bv reeds vanaf 1998 geen aangifte heeft gedaan. X bv heeft dus stelselmatig niet aan haar aangifteverplichting voldaan. Daarmee heeft zij de inspecteur in de positie gebracht en gelaten dat hij aan zijn schatting geen concretere uitgangspunten ten grondslag heeft kunnen leggen dan de verklaring van X bv dat zij zich met ingang van 1999 heeft beziggehouden met de handel in en de reparatie van transportvoertuigen en dat zij in 2009 nog in het bezit was van ongeveer tien voertuigen. De inspecteur heeft ervan uit mogen gaan dat X bv ook in het jaar 2009 winst heeft gegenereerd. De inspecteur heeft de daaruit resulterende belastbare winst in redelijkheid mogen schatten op € 1000, aangezien aanknopingspunten voor een nauwkeuriger schatting ontbreken. De opgelegde verzuimboete is uit een oogpunt van normhandhaving passend en geboden. Het hoger beroep van X is ongegrond. Het incidentele hoger beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e