Hof Arnhem-Leeuwarden acht omkering van de bewijslast op zijn plaats nu X ook na herinneringen en aanmaningen geen belastingaangifte heeft gedaan. Het hof handhaaft de aanslagen IB/PVV en de verzuimboeten.

Belanghebbende, X, is aanmerkelijkbelanghouder in zes bv’s. Hij geniet in 2014 een uitkering van € 3058. X doet ondanks herinneringen en aanmaningen van de inspecteur geen aangifte IB/PVV over de jaren 2014 en 2015. De inspecteur legt ambtshalve aanslagen op over deze jaren.

Hof Arnhem-Leeuwarden acht omkering van de bewijslast op zijn plaats nu X ook na herinneringen en aanmaningen geen belastingaangifte heeft gedaan. Dat X in de bezwaarfase alsnog aangifte heeft gedaan, verandert hier niets aan (vgl. HR 12 juli 2013, nr. 12/00517, V-N 2013/34.20). Nu X arbeid heeft verricht voor zijn eigen bv, heeft de inspecteur terecht een fictief loon van € 25.000 in aanmerking genomen. Dat X vanwege werk als mantelzorger geen of nauwelijks inkomen heeft genoten, heeft hij niet bewezen. Het hof acht de boeten van € 369 voor het niet doen van aangiften hof passend en geboden. X heeft zijn stelling dat hij ‘financieel aan de grond zit’ niet aannemelijk gemaakt. Het hoger beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 2 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen