Belanghebbende, X, is gebruiker van een onroerende zaak gelegen in een zogenoemde Bedrijfsinvesteringszone. De heffingsambtenaar van de gemeente Midden-Drenthe legt aan X een aanslag BIZ-bijdrage 2012 op. Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt deze aanslag, omdat niet voorafgaand aan het vaststellen van de verordening een subsidieovereenkomst inclusief afdwingbepaling was gesloten. De Hoge Raad oordeelt echter dat het ontbreken van een afdwingbepaling tot het moment van aanslagoplegging nog kan worden hersteld (HR 11 december 2015, nr. 14/03653, V-N 2015/48.20). Verwijzing moet volgen voor de behandeling van de onbehandeld gebleven geschilpunten.
Hof 's-Hertogenbosch handhaaft na verwijzing door de Hoge Raad de aanslag BIZ-bijdrage. Het hof oordeelt dat de statutaire doelstelling van de stichting die de BIZ-activiteiten uitvoert, ondanks haar onduidelijkheid strookt met de in de Experimentenwet omschreven uitgangspunten. Verder oordeelt het hof dat de BIZ-bijdrage geen recht geeft op een rechtstreekse tegenprestatie. Overigens heeft het advocatenkantoor van X wel degelijk belang bij het vergroten van de veiligheid en/of aantrekkelijkheid van de bedrijfsomgeving. De stellingen van X over beïnvloeding door de gemeente op de besteding van gelden, de hoogte van de BIZ-heffing en de omvang van het BIZ-gebied zijn gelegen in het politieke domein en onttrokken aan het oordeel van de belastingrechter.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 29 maart