Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur voor de jaren 2010 t/m 2014 terecht een gebruikelijk loon in aanmerking heeft genomen bij X. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Belanghebbende, X, houdt alle aandelen in een NV die een accountantspraktijk uitvoert. Omdat X sinds 2008 geen aangiften meer indient, legt de inspecteur ambtshalve aanslagen IB/PVV op over de jaren 2010-2014. De inspecteur neemt daarbij elk jaar een gebruikelijk loon in aanmerking. X maakt hiertegen bezwaar dat niet-ontvankelijk wordt verklaard wegens termijnoverschrijding. De inspecteur beoordeelt de aanslagen vervolgens ambtshalve en vermindert ze met de belastbare inkomsten uit eigen woning. X is van mening dat de aanslagen nog steeds te hoog zijn vastgesteld. Hof ’s-Hertogenbosch verklaart de hoger beroepen van X ongegrond, maar de Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden, omdat Hof ’s-Hertogenbosch het verzoek van X om uitstel van de zitting niet afdoende gemotiveerd heeft afgewezen (HR 9 april 2021, V-N 2021/17.20).

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N Vandaag 2022/2319) oordeelt dat de inspecteur voor de jaren 2010 t/m 2014 terecht een gebruikelijk loon in aanmerking heeft genomen bij X. Omdat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan, dient het hof het hoger beroep gericht tegen de verzoeken om ambtshalve vermindering ongegrond te verklaren tenzij X overtuigend aantoont dat de uitspraken op bezwaar onjuist zijn. X is hier niet in geslaagd en het hof is van oordeel dat de aanslagen niet naar willekeur zijn vastgesteld. Vaststaat dat X – ook na de oprichting van een eenmanszaak – advieswerkzaamheden is blijven verrichten voor de NV waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. De bedragen die de NV op facturen heeft ontvangen, onderbouwen de door de inspecteur gemaakte looncorrecties. X maakt niet aannemelijk dat de NV structureel verlies maakt. De boeten zijn gelet op de structurele aangifteverzuimen van X ook passend en geboden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 20 juni

45

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen