X is eigenaar van een appartementsrecht in een gebouwencomplex in de gemeente Dinkelland. Op 2 september 2008 heeft X de onroerende zaak verhuurd aan een tandartsenpraktijk voor € 20.076 per jaar. In geschil is de WOZ-waarde 2012. De gemeente verdedigt een waarde van € 203.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van het als bedrijfsruimte in gebruik zijnde appartement voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Het feit dat het object ook als woning is te gebruiken, doet aan het voorgaande niet af. Mocht blijken dat de onroerende zaak als woning meer waard is dan als bedrijfspand, dan staat daarmee vast dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde niet te hoog heeft vastgesteld als hij de onroerende zaak als bedrijfspand heeft getaxeerd. Als de onroerende zaak als woning een lagere waarde heeft dan als bedrijfspand, dan heeft de heffingsambtenaar terecht de onroerende zaak als bedrijfspand getaxeerd, omdat dit dan de voor de onroerende zaak meest geschikte wijze is waarop deze ten verkoop aangeboden zal worden.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 5 augustus