X is eigenaar van een onroerende zaak in de gemeente Hilversum bestaande uit kantoren en parkeerplaatsen. In geschil is de WOZ-waarde 2012 van de onroerende zaak.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de kapitalisatiefactor 11,2 is en de WOZ-waarde van het kantoorpand niet te hoog is. Het hof oordeelt dat de huurincentive, voor zover daarvan al sprake is, geen invloed heeft op de hoogte van de kapitalisatiefactor. Nu de huurovereenkomst pas in 2020 afloopt, heeft de heffingsambtenaar bij de waardering terecht geen rekening gehouden met mutatiekosten. De vraag of deze kosten überhaupt in aanmerking mogen komen, kan in het midden blijven. Dat de kapitalisatiefactor van 11,2 niet te hoog is, blijkt ook uit een verkoopcijfer van een pand in verhuurde staat. Deze verkoop leidt zonder correcte voor de verhuur tot een factor van 13,4. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 maart