X is in 2014 eigenaar van een geschakelde twee-onder-een-kap woning uit 1986. Eind 2014 wordt deze woning verkocht voor een bedrag van € 375.000. De WOZ-waarde 2014 is vastgesteld op € 395.000. In beroep verdedigt de heffingsambtenaar een waarde van € 390.000. Rechtbank Amsterdam acht deze laatste waarde aannemelijk en ziet geen reden voor een verdere verlaging.
Hof Amsterdam schaart zich in hoger beroep achter de door de rechtbank bepaalde WOZ-waarde van € 390.000. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat er geen reden is om de WOZ-waarde van de woning verder te verlagen. De twee vergelijkingswoningen die de heffingsambtenaar hanteert, zijn rond de waardepeildatum verkocht en zijn goed vergelijkbaar met de woning van X. Deze verkoopcijfers onderbouwen de waarde van € 390.000. De eigen verkoopprijs van € 375.000 is te ver verwijderd van de waardepeildatum 1 januari 2013 en om die reden niet bruikbaar. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 3 januari