Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van de vakantiewoning van X niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. 

X is eigenaar van een recreatiewoning die is gelegen in de gemeente Borger-Odoorn. X vindt de WOZ-waarde 2011 van deze woning te hoog en bepleit een verlaging van € 209.000 naar € 175.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente de WOZ-waarde van de vakantiewoning van X niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. Dit blijkt uit de verkoopcijfers die zijn opgenomen in de waardematrix van de gemeente. De twee referentiewoningen die X heeft genoemd, acht het hof niet bruikbaar nu dit een gelijktijdige aankoop betreft in het kader van een faillissementsverkoop. Een verkoop onder dergelijke omstandigheden levert niet de waarde in het economische verkeer op als bedoeld in art. 17 van de Wet WOZ. Verder oordeelt het hof dat de stichtingskosten van de woning uit 2003 niet relevant zijn bij het bepalen van de WOZ-waarde 2011. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 maart

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen