Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur ten onrechte correcties heeft aangebracht voor de aftrek van de kosten van het levensonderhoud van de kinderen en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Het hof is niet onder de indruk van de wijze waarop de inspecteur zijn onderzoek heeft verricht.

X claimt in zijn IB-aangiften 2010 en 2012-2015 aftrek voor de kosten van het levensonderhoud van zijn kinderen. Verder claimt hij toepassing van de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Nadat de aanslagen conform de aangiften zijn opgelegd, stelt de inspecteur na onderzoek vast dat de gemachtigde van X in meerdere aangiften onjuiste bedragen aan persoonsgebonden aftrek heeft geclaimd. De inspecteur legt uiteindelijk IB-(navorderings)aanslagen 2010 en 2012-2015 op aan X.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur ten onrechte correcties heeft aangebracht voor de aftrek van de kosten van het levensonderhoud van de kinderen en de IACK. Het hof overweegt daarbij dat het optreden van de inspecteur is gebaseerd op een voor buitenstaanders volstrekt ondoorzichtige en niet controleerbare analyse met niet eenvoudig te doorgronden of te achterhalen grootheden. Ook merkt het hof nog op dat het, zacht uitgedrukt, in het geheel niet is gecharmeerd van de wijze waarop de correcties uiteindelijk tot stand zijn gekomen. Op basis van de beschikbare gegevens, waaronder de verklaringen van X en de bevestiging door de moeder van de kinderen, is het Hof van oordeel dat X in voldoende mate aannemelijk heeft gemaakt dat hij terecht de kosten voor het levensonderhoud van de kinderen en de IACK heeft opgevoerd in de door hem ingediende aangiften. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a

Wet inkomstenbelasting 2001 6.31

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 26 augustus

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen