X bv exploiteert een timmerfabriek en een groothandel in hout- en plaatmateriaal. Haar activiteiten bestaan uit het vervaardigen van deuren, ramen en kozijnen van hout en het verhandelen van de producten uit de fabriek. Diverse werknemers van X bv volgen het opleidingsprogramma ‘Slimmer produceren’. Ook hebben enkele werknemers het EVC-traject gevolgd, en nadien nog een vakopleiding. X bv claimt de afdrachtvermindering onderwijs voor de werknemers die het opleidingsprogramma ‘Slimmer produceren’, het EVC-traject en de vakopleiding. De inspecteur is echter van mening dat X bv ten onrechte de afdrachtvermindering onderwijs heeft geclaimd, en legt naheffingsaanslagen loonheffingen op aan X bv. De inspecteur stelt daarbij onder andere dat het opleidingsprogramma ‘Slimmer produceren’ niet kwalificeert als een beroepsopleiding in de zin van de WEB. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv voldoende aannemelijk maakt dat de BPV daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, zodat X recht heeft op de afdrachtvermindering. De rechtbank vernietigt vervolgens de naheffingsaanslag 2010 en vermindert de naheffingsaanslag 2011 tot € 55.538.
Hof Den Haag vermindert in zijn uitspraak van 21 maart 2018, conform het compromis dat partijen hebben bereikt, de naheffingsaanslagen 2010 en 2011 tot € 5000. Vervolgens verzoekt de inspecteur het hof om de uitspraak te corrigeren. Het hof heeft de naheffingsaanslag 2011 namelijk abusievelijk verminderd tot op € 5000 in plaats van € 60.538. X bv is het hier mee eens. Het hof verbetert daarop de fout en vermindert de naheffingsaanslag 2011 tot op € 60.538.
Wetsartikelen:
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen 14