X maakt met succes bezwaar tegen de WOZ-waarde 2014 van zijn woning. In beroep verhoogt Rechtbank Zeeland-West-Brabant de door de heffingsambtenaar toegekende bezwaarkostenvergoeding. De WOZ-waarde blijft in beroep in stand.
Volgens Hof 's-Hertogenbosch is Rechtbank Zeeland-West-Brabant bij het vaststellen van de vergoeding voor de kosten van bezwaar en de proceskosten uitgegaan van onjuiste bedragen voor de waarde per punt, als bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Omdat het beroep alleen gegrond is verklaard omdat ten onrechte geen rekening was gehouden met het hoorgesprek in bezwaar, heeft de rechtbank de wegingsfactor voor de proceskosten in beroep op 0,25 gesteld. Het geschil in beroep betrof echter zowel de WOZ-waarde als de vergoeding voor de kosten van bezwaar. Een dergelijke zaak is volgens het hof in de regel van gemiddeld gewicht (factor 1). Er is in het onderhavige geval geen reden om van die regel af te wijken. De rechtbank is ten onrechte ervan uitgegaan dat het gewicht van de zaak wordt bepaald door de mate waarin door een belanghebbende aangevoerde grieven met vrucht worden aangevoerd. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verhoogt de proceskostenvergoeding.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 16 november