Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur bij de box 3-heffing terecht geen rekening heeft gehouden met de schuld van X aan zijn moeder. Het verstrekken van de lening heeft namelijk geen invloed gehad op de vermogenstoestand van X.
X is het niet eens met het aan hem toegerekende belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Er moet volgens X namelijk rekening worden gehouden met een schuld van € 500.000 aan zijn moeder, die blijkt uit een hypotheekakte uit 2005. Verder is X van mening dat de inspecteur zijn aangifte ten onrechte heeft gecorrigeerd, omdat de correctie voortvloeit uit zijn registratie in de Fraude Signalering Voorziening (FSV).
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur bij de box 3-heffing terecht geen rekening heeft gehouden met de schuld van X aan zijn moeder. Het verstrekken van de lening heeft namelijk geen invloed gehad op de vermogenstoestand van X. Tegenover de ontstane schuld staat immers een toename van de financiële middelen. Daarnaast merkt het hof op dat X niet inzichtelijk maakt op welke wijze hij het ter leen ontvangen bedrag heeft besteed en dat de rendementsgrondslag door het aangaan van de lening in beginsel dus geen verandering heeft ondergaan. Met betrekking tot de FSV-databank merkt het hof op dat de uitworp en controle van de aangifte niet zijn voortgevloeid uit een risicoselectie of registratie in de FSV die is gebaseerd op een criterium dat jegens X heeft geleid tot een schending van een grondrecht. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Box 3.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.3
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 28 november
Informatiesoort: VN Vandaag