Belanghebbende, X, exploiteert een horecabedrijf in de gemeente Terschelling. X heeft een terras op gemeentegrond. In geschil is de aanslag precariobelasting 2011. X maakt onder meer bezwaar tegen de tariefdifferentiatie die de gemeente heeft ingevoerd.
Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart de verordening precariobelasting gedeeltelijk onverbindend, omdat voor de daarin opgenomen tariefdifferentiatie geen rechtvaardiging is. Bij de invoering heeft de gemeentelijke wetgever opgemerkt dat op grond van een beslissing van Rechtbank Haarlem (nr. 05/1273, ECLI:NL:RBHAA:2005:AU3866) tariefdifferentiatie is toegestaan. Uit die toelichting blijkt echter niet dat de in die rechtbankuitspraak genoemde aanleiding, te weten het voorkomen dat de straten in het druk bezochte centrum van de desbetreffende stad te vol worden, zich ook op Terschelling voordoet en aan het besluit tot tariefdifferentiatie ten grondslag heeft gelegen. Evenmin blijkt hoe een tariefdifferentiatie een bijdrage zou kunnen leveren aan het voorkomen van drukte. Ter zitting stelt de heffingsambtenaar dat getracht is verschil aan te brengen tussen drukbezochte en minder drukbezochte straten, maar dat dit onderscheid feitelijk geen ander doel dan belastingheffing heeft. Volgens de heffingsambtenaar moet de gemeente in drukke straten met grote terrassen meer kosten maken om de straten aantrekkelijk te houden. Het hof overweegt dat de door de heffingsambtenaar ter zitting gegeven toelichting onvoldoende is en bovendien geen grondslag vindt in de toelichting op de wijziging van de verordening. Nu de tariefdifferentiatie niet berust op een objectieve en redelijke rechtvaardiging, is deze onverbindend en wordt de aanslag verminderd.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 mei