Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning in de gemeente Amsterdam die gelegen is op erfpachtgrond. X verschilt met de gemeente van mening over de erfpachtcorrectie bij het bepalen van de WOZ-waarde.
Hof Amsterdam oordeelt dat de door de gemeente Amsterdam gehanteerde methode en toegepaste factoren voor het berekenen van erfpachtcorrecties bij de WOZ-waardering deugdelijk zijn. De erfpachtcorrectie dient om de waarde te bepalen van de woning alsof deze op eigen grond staat. Dat is namelijk het uitgangspunt in de Wet WOZ. Met partijen is het hof van oordeel dat de erfpachtcorrectie berekend kan worden door de in de toekomst te betalen canons over een periode van 50 jaar contant te maken. Bij de berekening van die contante waarde moeten onzekere toekomstige ontwikkelingen worden ingeschat over een periode van 50 jaar. Aan iedere schatting is een zekere ruwheid eigen en dat geldt zeker ook voor de onderhavige schattingen. Een nominaal kleine wijziging in één van de factoren kan van grote invloed zijn op de hoogte van de uiteindelijk in aanmerking te nemen correctie. De uitkomst van de berekening kent dan ook een hoge onzekerheidsmarge. Er is een brede waaier aan uitkomsten mogelijk. De gemeente is niet verplicht om uit die brede waaier de meest waarschijnlijke of de beste te kiezen. Voldoende is dat de gemeente op zorgvuldige wijze, reële, goed verdedigbare keuzes maakt. Naar het oordeel van het hof is dat het geval. Alles overziende komt het hof tot het oordeel dat de door de gemeente gehanteerde methode en toegepaste factoren voor het berekenen van erfpachtcorrecties deugdelijk zijn. Het hof stelt de gemeente in het gelijk.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 16 mei