Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat in dit geval afgeweken moet worden van de hoofdregel dat de gebruikelijk loonregeling in concernsituaties toegepast moet worden per dienstbetrekking. 

Belanghebbende, X, is directeur en enig aandeelhouder van een beheervennootschap die alle aandelen houdt in twee dochtervennootschappen waarvan X ook directeur is. De vennootschappen verrichten allerlei werkzaamheden op het gebied van vastgoed en hebben naast X geen ander personeel in dienst. Na een boekenonderzoek verhoogt de inspecteur het door X aangegeven inkomen omdat X geen gebruikelijk loon in aanmerking heeft genomen. In geschil is of dit terecht is.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat in dit geval afgeweken moet worden van de hoofdregel dat de gebruikelijk loonregeling in concernsituaties toegepast moet worden per dienstbetrekking. Het hof neemt hierbij in aanmerking de slechte financiële situatie van de vennootschappen, het feit dat X onmogelijk voor drie vennootschappen een voltijdsdienstbetrekking kan hebben vervuld en het feit dat X weliswaar opnamen in rekening-courant heeft gedaan bij de beheervennootschap, maar dat deze opnamen zijn geschied in creditstand. Het hof stelt het gebruikelijk loon vast op € 15.247 voor de beheervennootschap en € 38.118 (de WAZ-norm) voor een van de dochtervennootschappen. Voor de andere dochter is het loon nihil.

 

Lees ook het thema over Gebruikelijk loon en verzekeringsplicht DGA.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 7 november

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen