In de nabijheid van de woning van X staan windmolens. Er zijn plannen om in de toekomst nieuwe windmolens te plaatsen. In verband hiermee verlaagt de heffingsambtenaar van de gemeente Zijpe de WOZ-waarde 2007 van € 169.000 naar € 127.000. De gemeente heeft beleidsregels ontwikkeld waarin de invloed van de windmolens op de WOZ-waarde wordt bepaald aan de hand van de afstand van de woning en de ashoogte van de windmolens. Rechtbank Alkmaar acht deze beleidsregels in strijd met het in de Wet WOZ neergelegde waardebegrip voor woningen (Rechtbank Alkmaar 29 mei 2009, nr. 08/439 WOZ, V-N 2009/40.25). De invloed van de windmolens op de WOZ-waarde is volgens de rechtbank niet te vangen in een vast percentage, enkel afhankelijk van de afstand tot de woning en een ashoogte van ten minste 40 meter. De heffingsambtenaar verzoekt in hoger beroep het hof om de beleidsregels verbindend te verklaren. Hof Amsterdam bevestigt de beslissing van Rechtbank Alkmaar dat de beleidsregels waarin de waardedrukkende invloed van windmolens wordt gekwantificeerd in strijd zijn met het in de Wet WOZ neergelegde waardebegrip voor woningen. Het hof overweegt dat de beleidsregels op grond van art. 8:2, onder a, Awb en art. 26, eerste lid, AWR niet zelfstandig voor beroep vatbaar zijn. Het hof kan de toepassing van de beleidsregels alleen beoordelen indien en voor zover dat voortvloeit uit de beoordeling van de in geschil zijnde waarde. Het hof is van mening dat de heffingsambtenaar met zijn taxatierapport, dat is gebaseerd op de beleidsregels, niet aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. Vaststaat dat de waardevermindering niet is onderbouwd met gerealiseerde verkoopcijfers. De beleidsregels zijn enkel gebaseerd op jurisprudentie maar het hof is van mening dat rechtelijke beslissingen in andere geschillen met betrekking tot andere objecten in andere delen van het land onvoldoende houvast bieden. Het principale hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond. Hetzelfde geldt voor het incidentele hoger beroep van X die de door hem bepleite waarde evenmin aannemelijk maakt.
Gerelateerde artikelen
Inwerkingtreding Wet versterking toepassing profijtbeginsel bij de watersysteemheffing
De Wet versterking toepassing profijtbeginsel bij de watersysteemheffing treedt vrijwel geheel in werking op 1 januari 2026. Daarop is één uitzondering gemaakt.
Verzoek om kwijtschelding en betalingsregeling kwalificeert niet als bezwaarschrift (HR: niet-ontvankelijk)
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de bezwaren van X BV tegen de aanslagen onroerendezaakbelasting, rioolheffing, reinigingsrecht en reclamebelasting terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard wegens termijnoverschrijding. De verzoeken van X BV om kwijtschelding en uitstel van betaling kwalificeren niet als bezwaarschrift. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Terechte aanslag OZB-gebruikersbelasting voor restauranthouder tijdens lockdown
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X BV ook tijdens de lockdown gebruiker was van het restaurant.
FNV wil 'rechtvaardige' kwijtschelding waterschapsbelasting
Vakbond FNV wil dat waterschappen een rechtvaardiger kwijtscheldingsbeleid gaan voeren. "Er zitten grote verschillen tussen regio's. Dat is onrechtvaardig en moet anders", zegt bestuurder Maureen van der Pligt van FNV Uitkeringsgerechtigden. De regels zouden landelijk moeten worden gelijkgetrokken.