Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart zich in verzet opnieuw onbevoegd om het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank, inzake de ingebrekestelling in verband met de aanvraag herstelregeling, te behandelen.

X stelt de Belastingdienst Toeslagen in gebreke omdat nog niet is besloten op een aanvraag voor de herstelregeling in het kader van de kinderopvangtoeslag. Vervolgens gaat X rechtstreeks in beroep bij de rechtbank. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de beslistermijn van de aanvraag nog niet is verlopen. X komt daartegen in hoger beroep bij de belastingkamer van het hof. Het hof stuurt het beroep door naar de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. X is het daarmee niet eens, hij wil dat de belastingkamer van het hof het beroep in behandeling neemt. Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart zich onbevoegd (Hof Arnhem-Leeuwarden 25 januari 2022, V-N Vandaag 2022/324), waarna X in verzet gaat en daarna ook nog een voorlopige voorziening aanvraagt.

Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart zich in verzet opnieuw onbevoegd om het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank inzake de ingebrekestelling in verband met de aanvraag voor de herstelregeling te behandelen. Het hoger beroep had op grond van art. 8:105 lid 1 Awb ingediend moeten worden bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en is terecht doorgestuurd. Het hof verklaart het verzet van X ongegrond en wijst ook het verzoek van X om een voorlopige voorziening af, inhoudende dat hem een dwangsom van miljoenen euro’s wordt toegekend en de van hem gestolen bezittingen worden geretourneerd onder vergoeding van een wettelijke rente.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Algemene wet bestuursrecht 8:105

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 augustus

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen