Hof Amsterdam komt na (terug)verwijzing door de Hoge Raad niet tot een ander oordeel dan in zijn vernietigde uitspraak. De voorwaarden voor afzien van navordering (art. 220, lid 2, onder b, CDW) zijn volgens het hof slechts vervuld voor twee aangiften.

Belanghebbende, X bv, doet in de periode 12 november 2004 tot en met  26 juli 2006 elf aangiften voor het vrije verkeer van knoflooktenen onder de tariefpost ‘bevroren knoflook'. Twee van die aangiften worden aan de hand van bescheiden gecontroleerd, twee andere aan de hand van een containerscan en de overige zeven aangiften worden niet gecontroleerd. De aangiften zijn aanvaard en afgehandeld. Bij controle achteraf stelt de inspecteur zich op het standpunt dat er geen sprake was van bevroren knoflook maar van ‘gekoelde knoflook' en vordert hij de meer verschuldigde rechten na. X bv stelt dat ten onrechte navordering heeft plaatsgevonden omdat het eerder niet boeken van de rechten het gevolg is geweest van vergissingen van de douane. Hof Amsterdam oordeelt dat op de twee aangiften die aan de hand van bescheiden zijn gecontroleerd geen navordering had mogen plaatsvinden wegens vergissing van de douane, doch dat dit niet meebrengt dat de douane zich met betrekking tot de andere aangiften heeft vergist. De Hoge Raad oordeelt dat van een vergissing als bedoeld in art. 220 lid 2 onderdeel b CDW geen sprake is bij een vergissing met betrekking tot één enkele aangifte die is gecontroleerd aan de hand van bescheiden. Een dergelijke op zichzelf staande vergissing heeft voor een beroepsaangever als X bv niet tot gevolg dat voor daaropvolgende aangiften voor soortgelijke goederen met vrucht een beroep kan worden gedaan op art. 220 lid 2 onderdeel b CDW. De door X bv voor het hof aangevoerde feiten en omstandigheden kunnen echter gezamenlijk wel een vergissing vormen als hiervoor bedoeld. De zaak wordt terugverwezen naar Hof Amsterdam (HR 20 juni 2014, nr. 12/05525, V-N 2014/31.8).

Hof Amsterdam komt na (terug)verwijzing door de Hoge Raad niet tot een ander oordeel dan in zijn vernietigde uitspraak. De voorwaarden voor afzien van navordering (art. 220, lid 2, onder b, CDW) zijn volgens het hof slechts vervuld voor twee aangiften.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Douane

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 17 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen