X is eigenaar van een hoekwoning waarvan de WOZ-waarde 2018 is vastgesteld op € 385.000. X bepleit verlaging van de waarde naar € 338.521.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt de WOZ-waarde van de woning van X in goede justitie vast op € 365.000. Het hof oordeelt eerst dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. Het hof merkt op dat de prijs per m² lager is maar dat de woning een aanzienlijk groter gebruiksoppervlakte heeft dan de referentiewoningen. Ook is het perceel van de woning van X aanzienlijk groter en is een van de referentiewoningen 15 maanden voor de peildatum verkocht. Daarbij komt dat een hoekwoning tegenover de woning van X met een nieuwe keuken en zonnepanelen ruim voor de peildatum is verkocht voor € 385.000. Een WOZ-waarde van eveneens € 385.000 acht het hof dan niet aannemelijk voor de woning van X. Omdat X de door hem bepleite waarde ook niet aannemelijk maakt stelt het hof de waarde in goede justitie vast.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 22 juli