X is eigenaar en tevens gebruiker van een schoolgebouw voor vaktechnisch onderwijs in de gemeente Nijmegen. X verschilt met de heffingsambtenaar van mening over de hoogte van de WOZ-waarden over de belastingjaren 2009 tot en met 2011. De gemeente verdedigt telkens waarden van ruim € 1,6 mln.
Hof Arnhem-Leeuwarden stelt de WOZ-waarden van een schoolgebouw voor vaktechnisch onderwijs in goede justitie vast op € 1,3 mln. (2009) respectievelijk € 1,25 mln. (2010 en 2011). Het hof overweegt daartoe dat de gemeente noch X de door hen bepleite waarde aannemelijk heeft gemaakt. De gemeente onderbouwt haar taxatie met een verwijzing naar de landelijke taxatiewijzer. De gemeente heeft bij betwisting door X niet aannemelijk kunnen maken dat de schoolgebouwen uit de taxatiewijzer voldoende vergelijkbaar zijn met het onderhavige schoolgebouw. Verder bevatten twee andere schoolgebouwen die de gemeente opvoert, niet een soortgelijke, omvangrijke werkplaats als het gebouw van X en zijn dus in zoverre ook niet goed vergelijkbaar. X heeft op zijn beurt de door hem bepleite WOZ-waarde, in het bijzonder de waarde van de werkplaats met magazijn, ook niet aannemelijk gemaakt. Het hof stelt de waarde in goede justitie vast.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17-3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 7 november