Hof Den Haag acht het aannemelijk dat X met de opgezette constructie heeft beoogd om niet-aftrekbare renten en aflossingen om te zetten in aftrekbare erfpachtcanons. De inspecteur heeft de aangifte terecht gecorrigeerd.

X past een erfpachtconstructie toe met zijn eigen woning. Hierbij verkoopt hij de grond onder zijn eigen woning aan de bank en verkrijgt hij een opstalrecht en een eeuwigdurend erfpachtrecht. Vervolgens wordt 10 jaar lang een hoge vaste canon betaald, die daarna met 80% daalt. De erfpachtcanon brengt hij in mindering op zijn inkomen uit werk en woning. Met de opbrengst van de verkoop van de grond, lost X onder andere zijn oude hypotheken af. De inspecteur staat aftrek van de erfpachtcanon niet toe. Rechtbank 's-Gravenhage acht het aannemelijk dat X met de opgezette constructie heeft beoogd om niet-aftrekbare renten en aflossingen om te zetten in aftrekbare erfpachtcanons. Gezien het economische resultaat en gelet op doel en strekking van de eigenwoningregeling, zijn de fiscale gevolgen van de constructie volgens de rechtbank niet aanvaardbaar.

Hof Den Haag oordeelt dat X de betalingen voor het recht van erfpacht en opstal niet in aftrek kan brengen. Het hof overweegt daarbij onder andere dat de situatie vóór en na de verrichte handelingen hetzelfde is: X bewoont dezelfde woning, alleen heeft hij niet meer de volle eigendom, maar een (beperkter) recht van erfpacht met een afhankelijk recht van opstal. Verder acht het hof ook van belang dat de bank geen belang heeft bij de waardeontwikkeling van de grond. Ook overweegt het hof dat de overeenkomst met de bank qua economisch resultaat gelijk is aan een annuïteitenlening en dat de canons economisch gezien vergelijkbaar zijn met annuïteiten (welke een rente- en een aflossingsbestanddeel bevatten). Ten aanzien van de aftrekbaarheid van de canon blijkt volgens het hof uit de wetsgeschiedenis dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om datgene wat als canon wordt omschreven, voor zover daarin economisch gezien een aflossingsbestanddeel van een lening valt te onderkennen, aftrekbaar te maken. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.120

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 16 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen