Het Hof van Justitie EU oordeelt in twee Nederlandse zaken over de toepassing van de Dienstenrichtlijn.
Zaak Amersfoort
X bv vraagt instemming van het college van B en W van de gemeente Amersfoort voor het uitvoeren van werkzaamheden aan het glasvezelnetwerk. X bv is het niet eens met de leges die de gemeente in rekening brengt voor de instemmingsbesluiten. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de onderhavige legesheffing valt onder de werking van art. 12 Machtigingsrichtlijn en dat dit meebrengt dat de in geschil zijnde leges enkel mogen dienen ter dekking van de administratiekosten die voortvloeien uit de in de Machtigingsrichtlijn genoemde posten. Het hof oordeelt dat in dit geval de kostenlimiet van art. 12 Machtigingsrichtlijn is overschreden. Daaraan verbindt het hof het gevolg dat aan de gehele legesverordening verbindende kracht dient te worden ontzegd. Het hof vernietigt de legesnota's. De Hoge Raad casseert het oordeel van het hof dat art. 12 Machtigingsrichtlijn van toepassing is op de onderhavige leges, en stelt vervolgens prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn.
Zaak Appingedam
Conform het bestemmingsplan van Appingedam mag omvangrijke detailhandel zich op het Woonplein, aan de rand van Appingedam, vestigen. Visser Vastgoed Beleggingen bv wil een pand op het Woonplein verhuren aan schoenengigant Bristol. De gemeente staat echter ter plaatse geen detailhandel in schoenen en kleding toe. De Raad van State stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de Dienstenrichtlijn van toepassing is op zuiver interne situaties. De Dienstenrichtlijn is echter niet van toepassing op rechten die verschuldigd worden in verband met de rechten van de ondernemingen die elektronische-communicatienetwerken en -diensten mogen leveren, om kabels voor een openbaar elektronische-communicatienetwerk aan te leggen. Verder merkt het Hof van Justitie EU op dat de activiteit bestaande uit de detailhandel in goederen, voor de toepassing van de Dienstenrichtlijn een ‘dienst' vormt. Ook staat de Dienstenrichtlijn er niet aan in de weg dat voorschriften van een bestemmingsplan van een gemeente de activiteit bestaande in niet-volumineuze detailhandel in geografische gebieden buiten het stadscentrum van die gemeente verbieden. Hierbij moet volgens het Hof van Justitie EU dan wel aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Het is aan de Nederlandse rechter om te verifiëren of daaraan wordt voldaan.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 31 januari