Hof Den Haag verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van een geschil betreffende een herzieningsbeschikking buitengewone uitgaven. Het door X betaalde griffierecht wordt wel vergoed.

Aan X is een tegemoetkoming buitengewone uitgaven 2008 toegekend. De hoogte van de tegemoetkoming is gebaseerd op de buitengewone uitgaven die zijn gedaan in het jaar 2007 en de inkomensgegevens van dat jaar. Bij beschikking met dagtekening 10 juli 2012 heeft de inspecteur het verzamelinkomen van X voor het jaar 2007 ambtshalve verminderd en vastgesteld op nihil. Met dagtekening 29 maart 2013 is de herzieningsbeschikking opgelegd aan de hand van de op 10 juli 2012 vastgestelde verzamelinkomens. X komt in beroep en stelt dat de tegemoetkoming 2008 niet tijdig is herzien. De herzieningstermijn liep volgens X tot en met 31 december 2012. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep. Hof Den Haag verklaart zich onbevoegd om van het geschil kennis te nemen. De herzieningsbeschikking is geen belastingaanslag of voor bezwaar vatbare beschikking als bedoeld in artikel 26 AWR. Zij is namelijk genomen op grond van het besluit dat geen belastingwet is als bedoeld in artikel 2, lid 1, onderdeel a, van de AWR. Volgens het hof is de ABRvS de bevoegde rechter in hoger beroep (vgl. HR 17 oktober 2014, nr. 14/02332, ECLI:NL:HR:2014:2983). Het hogerberoepschrift wordt naar de ABRvvS doorgezonden. Gezien de onjuiste rechtsmiddelverwijzing in de uitspraak van de rechtbank ziet het hof wel aanleiding om het door X voor het hoger beroep betaalde griffierecht terug te betalen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26

Algemene wet inzake rijksbelastingen 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 17 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen