X is eigenaar van een onroerende zaak bestaande uit een winkelruimte met opslagruimte op de begane grond en een opslagruimte/entresol op de eerste verdieping. X verhuurt de ruimte vanaf 16 juli 2007 voor € 49.500 per jaar. Op de peildatum 1 januari 2009 bedraagt de jaarhuur € 51.420. In geschil is de WOZ-waarde 2010. Partijen verschillen niet van mening over de kapitalisatiefactor (13,1) maar wel over de huurwaarde. De gemeente staat een huurwaarde voor van € 59.214, X bv gaat uit van een bedrag van € 53.938.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de eigen huurprijs een goede indicatie geeft van de huurwaarde van de onroerende zaak van X. De gemeente Ede heeft ter zitting geen afdoende verklaring kunnen geven waarom de door haar gehanteerde huurwaarde zozeer afwijkt van de huurwaarde op 1 januari 2008. Het enkele feit dat de ingangsdatum van de huurovereenkomst verder van de waardepeildatum is gelegen dan die van andere vergelijkingsobjecten, doet hieraan niet af, nu de huurprijs van de onroerende zaak zelf een zeer goede indicatie vormt voor een huurprijs die in de markt voor de onroerende zaak bedongen kan worden. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verlaagt de WOZ-waarde van €775.000 naar € 710.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 8 februari