Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de schuimrubberfabriek onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een productiefabriek met kantoor in de gemeente Breda. De huurder gebruikt de onroerende zaak als schuimrubberfabriek. In geschil is de WOZ-waarde 2014. De gemeente verdedigt een waarde van € 5.642.000.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de schuimrubberfabriek onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. De door de heffingsambtenaar gebezigde vergelijkingsobjecten zijn opslag/distributiecentra in plaats van productiefabrieken. Naar het oordeel van het hof heeft de heffingsambtenaar niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze rekening is gehouden met de beperkte aanwendingsmogelijkheden van de onroerende zaak van X en dat hoge kosten moeten worden gemaakt om de onroerende zaak geschikt te maken voor gebruik anders dan als productiefabriek. X heeft de door haar bepleite waarde echter ook niet aannemelijk gemaakt. Het hof stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 5.000.000.

 

Lees ook het thema over de WOZ.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 24 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen