Hof Den Haag oordeelt dat in dit geval een boete van € 500 een sanctie is die meer aansluit bij de aard van het verzuim dan de boete van € 2.400 die de inspecteur aan X bv heeft opgelegd.

Belanghebbende, X bv, verzuimt tijdig aangifte vennootschapsbelasting te doen voor het jaar 2009. In geschil is of de inspecteur terecht een boete van € 2.460 aan X bv heeft opgelegd. Rechtbank Den Haag acht de boete passend en geboden. Nu ook over de jaren 2005 t/m 2008 en 2010 te laat aangifte is gedaan, had het op de weg van X bv gelegen om maatregelen te nemen om een volgend verzuim te voorkomen, aldus de rechtbank.

Hof Den Haag oordeelt dat in dit geval een boete van € 500 een sanctie is die meer aansluit bij de aard van het verzuim dan de boete van € 2.400 die de inspecteur aan X bv heeft opgelegd. Het hof overweegt dat zich hier een situatie voordoet waarin in feite één persoon, die bovendien ernstig ziek is geweest, drie keer een zelfde verzuim heeft begaan en dat uiteindelijk de daarop betrekking hebbende geldstraffen alle door de moedervennootschap van X bv zullen moeten worden gedragen. Ook de financiële positie van X bv heeft het hof meegewogen. Belangrijkste factor voor het hof is dat de bestraffing uiteindelijk het naleven door X bv van de wettelijke verplichting tot het tijdig doen van aangiften tot gevolg heeft gehad.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 25 september

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen