Belanghebbende, X nv, vraagt op 5 september 2007 een bouwvergunning aan bij de gemeente Leiden. Bij schriftelijke kennisgeving van 10 december 2012 vordert de heffingsambtenaar van de gemeente een bedrag van € 16.118 aan leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag.
Hof Den Haag vernietigt de aanslag leges die is opgelegd buiten de driejaarstermijn van art. 11 lid 3 AWR. Het belastbare feit deed zich voor toen X nv op 5 september 2007 de bouwaanvraag deed. De aanslag is opgelegd met dagtekening 10 december 2012, derhalve na ommekomst van de aanslagtermijn van art. 11 lid 3 AWR. Conversie in een navorderingsaanslag is niet aan de orde, omdat ook de navorderingstermijn van art. 16 lid 3 AWR is overschreden. Het hof overweegt dat de heffingsambtenaar had kunnen besluiten om tegen het einde van de termijn een aanslag tot behoud van rechten op te leggen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16-3
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11-3