Belanghebbende, X, gaat in beroep tegen een uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant betreffende een WOZ-beschikking 2015 van de gemeente Cranendonck.
Hof 's-Hertogenbosch constateert ambtshalve dat de rechtbankuitspraak waartegen X hoger beroep heeft ingesteld, niet voldoet aan de eisen van art. 8:77 lid 3 Awb. De uitspraak is niet ondertekend door de voorzitter en evenmin is in de uitspraak vermeld dat de voorzitter verhinderd was te ondertekenen. De uitspraak is enkel ondertekend door de griffier. De onder de rechtbank berustende originele uitspraak is ook niet ondertekend en daarin is ook niet vermeld dat de voorzitter verhinderd was de uitspraak te ondertekenen. Het hof is van oordeel dat met het ontbreken van een ondertekening door de voorzitter een zodanig gebrek aan de uitspraak kleeft dat deze reeds daarom vernietigd dient te worden (in vergelijkbare zin CRvB 26 april 2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AT5793, AB 2005/301). Het hoger beroep is gegrond. Partijen komen ter zitting van het hof tot overeenstemming over de WOZ-waarde zodat terugverwijzing naar de rechtbank geen zin heeft. Het hof doet de zaak zelf af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:77