X bv is eigenaar van een schietbaan in het buitengebied met een oppervlakte van ongeveer 90.000 m². De onroerende zaak bestaat uit een overdekte schietbaan, buitenschietbanen, een kantoor, een horecagedeelte en twee olympische schiettrappen. In geschil is de WOZ-waarde 2016 die door de heffingsambtenaar is vastgesteld op € 735.000. Rechtbank Limburg verklaart het beroep van X bv ongegrond.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het dictum in de uitspraak van de rechtbank afwijkt van de zittingsaantekeningen die het hof van de griffier van de rechtbank heeft ontvangen. De zittingsaantekeningen, die overigens niet het proces-verbaal zijn waar het hof om had gevraagd, vermelden dat de rechtbank de zaak zou aanhouden en dat het beroep gegrond is. Vervolgens heeft de rechtbank zonder nadere zitting het beroep van X bv ongegrond verklaard. Het hof oordeelt dat die uitspraak uit de lucht kwam vallen en vernietigt de uitspraak wegens strijd met de goede procesorde. Wat betreft de WOZ-waarde van de schietbaan oordeelt het hof dat geen van de partijen die aannemelijk heeft gemaakt. Het hof stelt de WOZ-waarde in goede justitie vast op € 550.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:61
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 maart