X is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning met een aangebouwde garage en berging met grond. De woning staat op een kavel van 297 m² die onderdeel is van een dijk. Het gedeelte van de kavel dat als waterverdedigingswerk is aan te merken is 105 m². In geschil is de WOZ-waarde 2018. Niet in geschil is dat de dijk een waterverdedigingswerk is en daarom bij de waardering buiten beschouwing moet worden gelaten.
Hof Den Haag volgt niet de wijze waarop X de waarde berekent van de grond die valt onder de WOZ-uitzondering voor waterverdedigingswerken. X stelt dat in het kader van de waardering eerst de gehele kavel moet worden gewaardeerd en vervolgens de waarde van de grond die onderdeel is van de dijk in aftrek wordt gebracht. Het hof oordeelt echter dat grond moet worden gewaardeerd alsof de dijk niet bij de kavel hoort, hetgeen, door de gehanteerde grondstaffel, tot een hogere waarde leidt. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 6 november