Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende inzichtelijk en aannemelijk maakt dat nagenoeg alleen ongebouwde onroerende zaken die binnen het gebied van het Wetterskip liggen in de waardering ten behoeve van de Kostentoedelingsverordening zijn betrokken.

X is het niet eens met de aanslag watersysteemheffing 2021 van het Noordelijk Belastingkantoor. In geschil is of de Kostentoedelingsverordening en daarmee de Verordening op de watersysteemheffing Wetterskip Fryslân 2021 onverbindend zijn. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de Kostentoedelingsverordening van Wetterskip Fryslân niet in strijd is met art. 14 EVRM of art. 1 Gw. Het waterschap heeft weliswaar gebouwde en ongebouwde onroerende zaken op een verschillende wijze gewaardeerd, maar dit verschil is in overeenstemming met art. 121 lid 1 onderdeel d Wschw.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende inzichtelijk en aannemelijk maakt dat nagenoeg alleen ongebouwde onroerende zaken die binnen het gebied van het Wetterskip liggen in de waardering ten behoeve van de Kostentoedelingsverordening zijn betrokken. Verder kan de kostentoedeling in de Kostentoedelingsverordening de toets van de Waterschapswet doorstaan. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 121

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 18 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen