Belanghebbende, X, is eigenaar van een winkelpand in een overdekt gedeelte van een winkelcentrum. De winkel is gebouwd in 1981 en heeft een bruto vloeroppervlakte van 176 m². In geschil is de WOZ-waarde 2015. X verhuurt het pand vanaf 1 februari 2014 voor een aanvangshuur van € 22.500. De heffingsambtenaar acht deze jaarhuur niet geschikt om de WOZ-waarde te berekenen. X is volgens de heffingsambtenaar een defensieve belegger die genoegen heeft genomen met een te lage huurprijs.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de WOZ-waarde moet worden berekend op basis van de jaarhuur die X ontvangt voor het bedrijfspand. De heffingsambtenaar heeft niet aannemelijk gemaakt dat deze huurprijs onzakelijk is. Tegenover de betwisting door X heeft de heffingsambtenaar geen enkel bewijs geleverd van zijn stelling dat X moet worden aangemerkt als een defensieve belegger en genoegen heeft genomen met een lagere huur dan gelet op de marktomstandigheden mogelijk was. Evenmin is gesteld of gebleken dat er sprake is geweest van een onzakelijke transactie. Gelet hierop moet worden uitgegaan van de feitelijk bedongen huur van € 22.500 per jaar. Het gelijk is in zoverre aan X. Omdat X uitgaat van een te lage kapitalisatiefactor, stelt het hof de WOZ-waarde vast op € 236.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 juni