De tweede wrakingskamer van Hof Den Haag verwerpt het verzoek van X tot wraking van de raadsheren van de eerste wrakingskamer.

Belanghebbende, X, dient in een procedure bij Hof Amsterdam een wrakingsverzoek in. Dit verzoek wordt behandeld door Hof Den Haag. Op de zitting waar het wrakingsverzoek wordt behandeld, dient X een nieuw wrakingsverzoek in, nu tegen de wrakingskamer. Dit verzoek wordt behandeld door de tweede wrakingskamer.

De tweede wrakingskamer van Hof Den Haag verwerpt het verzoek van X tot wraking van de raadsheren van de eerste wrakingskamer. Primair stelt X dat Hof Den Haag niet bevoegd is kennis te nemen van het tegen de raadsheren van Hof Amsterdam ingediende wrakingsverzoek, aangezien de ‘pilot externe wrakingskamer' reeds is beëindigd. De tweede wrakingskamer overweegt dat de verwijzing van de zaak een rechtsprekende bevoegdheid van Hof Amsterdam is waartegen geen rechtsmiddelen openstaan (TK 2010-2011, 32 891, nr. 3, p. 52-53). De wrakingskamer verwerpt ook de subsidiaire grond van X dat de hoven Amsterdam en Den Haag betrokken zouden zijn bij het (doen en/of laten) plegen van ernstige misdrijven. De wrakingskamer acht deze betrokkenheid niet aannemelijk. De wrakingskamer wijst het wrakingsverzoek af en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling zal worden genomen. Het verzoek van X tot wraking van de raadsheren van de tweede wrakingskamer wordt wegens misbruik van het recht tot wraking niet in behandeling genomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 24 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen