Belanghebbende, X, woont vanaf januari 2009 met zijn gezin in woning Z waarvan zijn partner eigenaar is en waarvoor zij een hypotheek heeft afgesloten. Daarvoor stond X ingeschreven op het adres van woning A waarvan hij eigenaar is en op welke woning een hypotheekschuld van € 210.000 rust. In het jaar 2013 treft de politie in een verlaagde ruimte achter de garage behorend bij woning Z een in werking zijnde hennepdrogerij aan. Daarnaast treft de politie op dezelfde dag in de garage bij woning A een hennepkwekerij aan. De inspecteur corrigeert in de aangifte ib/pvv 2012 van X de in aftrek gebrachte rente betreffende de hypotheekschuld op woning A. Ook wordt een bedrag van € 51.641 tot het resultaat uit overige werkzaamheden gerekend gebaseerd op het “rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij”. X komt uiteindelijk in hoger beroep.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is de inspecteur er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat X in het jaar 2012 substantiële inkomsten uit de hennepkwekerij heeft genoten. Dit gezien het feit dat X door de strafrechter is vrijgesproken voor het kweken/telen van hennep in woning A en het feit dat de inspecteur geen eigen onderzoek heeft verricht. Voor omkering en verzwaring van de bewijslast is geen reden. De correctie van de inkomsten uit hennepkwekerij moet daarom vervallen. In die zin is het hoger beroep gegrond. De correctie van de rentelasten blijft gehandhaafd omdat X heeft erkend dat deze ten onrechte als rente van een eigenwoningschuld in aanmerking zijn genomen.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 6 juni