Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de voor 60% verhuurde autoshowroom van X bv niet aannemelijk heeft gemaakt. Het hof verhoogt wel de proceskostenvergoeding. De rechtbank is ten onrechte uitgegaan van samenhang van de onderhavige zaak met twee andere procedures.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een autoshowroom met garage. In geschil is de WOZ-waarde 2014.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van de rechtbank dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de voor 60% verhuurde autoshowroom van X bv niet aannemelijk heeft gemaakt. Niet in geschil is dat de jaarhuur van € 66.000 marktconform is voor het verhuurde deel van de onroerende zaak. Het hof verwerpt de huurwaarde die de heffingsambtenaar voorstaat, omdat die aanzienlijk afwijkt van 10/6e deel van deze zakelijke huur. Bij het bepalen van de kapitalisatiefactor heeft de heffingsambtenaar onvoldoende rekening gehouden met de ligging van het object en het leegstandsrisico. Het hof verwerpt ook de taxatie van X bv en sluit zich aan bij de door de rechtbank in goede justitie bepaalde waarde van € 1.133.000. Het principale hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond. Het incidentele hoger beroep van X bv is wel gegrond omdat de rechtbank de proceskostenvergoeding te laag heeft vastgesteld. De rechtbank is ten onrechte uitgegaan van samenhang van de onderhavige zaak met twee andere procedures.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen