Hof Amsterdam oordeelt in een tussenuitspraak dat het taalgebruik van de gemachtigde structureel in strijd komt met de in het maatschappelijk verkeer betamelijke omgangsvormen. Het hof besluit de gemachtigde te weigeren wegens ernstige bezwaren.

C bv voert namens een aantal belanghebbenden bij Hof Amsterdam procedures over belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De rechtsbijstand wordt in die zaken verleend door A. In een regiezitting stelt Hof Amsterdam het taalgebruik van A aan de orde. Het hof waarschuwt dat A zal worden geweigerd als gemachtigde indien hij de processtukken niet wil aanpassen. A laat weten dat hij de stukken niet zal aanpassen. Daarbij bedient A zich opnieuw van onaangepast taalgebruik.

Hof Amsterdam oordeelt in een tussenuitspraak dat het taalgebruik van de gemachtigde structureel in strijd komt met de in het maatschappelijk verkeer betamelijke omgangsvormen. Het hof besluit de gemachtigde te weigeren wegens ernstige bezwaren. Het hof stelt de belanghebbenden in kennis van het weigeringsbesluit. Zij kunnen desgewenst binnen vier weken een andere gemachtigde aanwijzen. De weigeringsbeslissing is niet strijdig met art. 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU. Het hof waarschuwt de gemachtigde dat bij een volgende overtreding in nieuwe of bestaande zaken die bij het hof aanhangig zijn hij ook in die zaken geweigerd zal worden. Dit zonder voorafgaande nieuwe waarschuwing of herstelmogelijkheid.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 3 juli

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen