Belanghebbende, X, is het niet eens met een WOZ-beschikking 2013 voor zijn woning. Hij neemt bij de zitting bij Rechtbank Oost-Brabant onaangekondigd een deskundige mee, die door de rechtbank wordt gehoord. De Rechtbank verleent geen vergoeding voor de deskundige.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de kosten van een deskundige die op de zitting wordt gehoord vergoed dienen te worden, ook wanneer de komst van deze deskundige niet is aangekondigd. Het Hof is met X van oordeel, dat in het Besluit proceskosten bestuursrecht niet (en evenmin in art. 8:75 van de Awb) valt te lezen, dat de kosten van een ter zitting gehoorde deskundige alleen kunnen worden vergoed als op de voet van art. 8:60, lid 4 van de Awb voor de zitting mededeling is gedaan dat deze deskundige wordt meegebracht. De deskundige wordt niet minder deskundig doordat zijn komst niet voor de zitting is gemeld. De deskundige is door belanghebbende meegebracht naar de zitting en de deskundige heeft blijkens de (onuitgewerkte) zittingsaantekeningen van de Rechtbank ruimschoots zijn zegje gedaan en (kennelijk) bijgedragen aan de gegrondverklaring van het beroep. Het hof wijkt met zijn beslissing af van vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:60 en 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 26 augustus