X komt in beroep tegen een WOZ-beschikking 2020. In geschil is de indexering die de heffingsambtenaar gebruikt bij de WOZ-waardebepaling. Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de gemeente ’s-Hertogenbosch onvoldoende inzicht heeft gegeven in de indexcijfers die zij gebruikt om verkoopcijfers te corrigeren naar de waardepeildatum.
Hof ’s-Hertogenbosch legt de lat lager dan de rechtbank als het gaat om het inzichtelijk maken van de indexeringspercentages waarmee bij de WOZ-waardering rekening is gehouden. Het hof legt uit dat de indexcijfers die de gemeente bij de WOZ-waardering heeft gebruikt in het licht van de stijgende huizenprijzen niet zodanig uiteenlopend zijn dat de heffingsambtenaar een nadere onderbouwing had moeten geven. Ook zijn geen inconsistenties te ontdekken in de toegepaste indexeringspercentages. Het hof heeft geen reden te twijfelen aan de index en merkt op dat X de juistheid van de gehanteerde percentages ook niet gemotiveerd heeft bestreden. Het hof verwerpt het standpunt van X dat de heffingsambtenaar de indexcijfers al in bezwaar had moeten verstrekken. Nu X hier niet om heeft verzocht, mag de gemeente aannemen dat X die stukken niet nodig had om de WOZ-waarde te controleren. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40
Wet waardering onroerende zaken 17
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Editie: 22 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag