In zijn arrest van 2 december 2016, nr. 15/03158, V-N 2016/66.21 (TaxVisions editie 16 december 2016), waarin de Hoge Raad oordeelt dat de gemeente Nijkerk recht heeft op btw-compensatie voor op- en afritten naar de A 28, verwijst de Hoge Raad in rechtsoverweging 2.4.3 als vindplaats van de aldaar aangehaalde passage uit de parlementaire behandeling van de Wet BCF naar Kamerstukken II 2001/02, 27 293, nr. 3, blz. 19.
De Hoge Raad herstelt een misslag in het Nijkerk-arrest. De Hoge Raad verwijst in rechtsoverweging 2.4.3 van het arrest als vindplaats van de aldaar aangehaalde passage uit de parlementaire behandeling van de Wet BCF naar Kamerstukken II 2001/02, 27 293, nr. 3, blz. 19 in plaats van naar Kamerstukken II 2001/02, 28 496, nr. 3, p. 2-3. De Hoge Raad beslist dat in rechtsoverweging 2.4.3 van het arrest de zinsnede ‘Kamerstukken II 2001/02, 27 293, nr. 3, blz. 19' wordt vervangen door: ‘Kamerstukken II 2001/02, 28 496, nr. 3, blz. 2-3'.