De Hoge Raad oordeelt dat de overgangsregeling die gemeenten in staat stelt om nog een aantal jaren precariobelasting te heffen van nutsnetwerken, alleen geldt voor gemeenten die in februari 2016 een specifiek tarief voor leidingen, buizen en kabels kenden.

Aan X BV zijn met dagtekening 20 december 2019 over 2016 en 2017 aanslagen precariobelasting opgelegd voor transportleidingen voor gas. Hof Amsterdam vernietigt de aanslag 2016 wegens overschrijding van de aanslagtermijn. Het hof vermindert de aanslag 2017 voor de belasting die betrekking heeft op de tweede helft van 2017 vanwege de afschaffing van de precariobelasting voor nutsnetwerken per 1 juli 2017. Het hof oordeelt dat de overgangsregeling die het mogelijk maakt om nog een aantal jaar te blijven heffen, niet geldt voor de gemeente Uitgeest.

De Hoge Raad oordeelt dat de overgangsregeling die gemeenten in staat stelt om nog een aantal jaren precariobelasting te heffen van nutsnetwerken, alleen geldt voor gemeenten die in februari 2016 een specifiek tarief voor leidingen, buizen en kabels kenden. Onder het overgangsrecht vallen gemeenten die “op 10 februari 2016 een tarief (…) hebben opgenomen in een belastingverordening voor precariobelasting op nutsnetwerken”. Hiermee wordt bedoeld een specifiek tarief zoals bijvoorbeeld te vinden is in de modelverordening precariobelasting van de VNG. Het is niet voldoende dat de gemeente op 10 februari 2016 een verordening kende die weliswaar een mogelijkheid biedt tot het heffen van precariobelasting voor openbare werken van algemeen nut, maar slechts via toepassing van het algemeen tarief voor overige voorwerpen als restcategorie.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Gemeentewet 231

Gemeentewet 228

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 10 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

215

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen