Belanghebbende, X bv, houdt zich bezig met het produceren, bottelen, opslaan en verkopen van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken X bv heeft een aantal goederen uitgeslagen uit haar accijnsgoederenplaats. Het gaat om verschillende alcoholische dranken waaraan suiker, aroma's, kleurstoffen, smaakstoffen, verdikkingsmiddelen en/of conserveermiddelen zijn toegevoegd, en geen gedistilleerde alcohol. In geschil is de hoogte van de accijnsheffing voor deze producten en het basisproduct ervan: Ferm Fruit. X bv stelt dat alle producten onder post 2206 van de Gecombineerde Nomenclatuur moeten worden gebracht. De Staatssecretaris van Financiën meent dat die producten onder post 2208 van de GN moeten worden gebracht (en daarom onderworpen zijn aan een hogere accijnsheffing). Advocaat-generaal Van Hilten is van mening dat ook een prematuur ingediend incidenteel cassatieberoep moet worden meegenomen in de cassatieprocedure. Het incidentele cassatieberoep van de Staatssecretaris van Financiën is binnengekomen bij de Hoge Raad zes dagen vóór het verweerschrift. De A-G pleit ervoor de term ‘bij verweer' in art. 29b lid 2 AWR (oud) in zoverre ruim op te vatten dat ook een ‘prematuur' incidenteel cassatieberoep als onderhavige wordt meegenomen in de cassatieprocedure. Verder adviseert de A-G de Hoge Raad om een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie te stellen over de tariefindeling van de alcoholische dranken. Het basisproduct van deze dranken, Ferm Fruit, moet volgens de A-G worden ingedeeld onder post 2206 omdat het gaat om een door gisting verkregen alcoholhoudende drank.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 12

Algemene wet inzake rijksbelastingen 29b