De civiele kamer van de Hoge Raad oordeelt dat een curator uitsluitend voor zichzelf en niet in zijn hoedanigheid als curator verzet kan instellen tegen een faillissement. Voor het slagen van het verzet van de curator is vereist dat de faillissementsaanvraag is aan te merken als misbruik van bevoegdheid. Daarvan kan sprake zijn indien de aanvrager van het faillissement op het moment van de aanvraag weet dan wel behoort te weten dat de boedel leeg is en hij geen voldoende gerechtvaardigd belang bij de aanvraag heeft. Het enkele feit dat de boedel leeg is of blijkt te zijn, is onvoldoende.

De vennootschap Polski Sklep Hogestraat Tiel bv wordt op verzoek van het Pensioenfonds failliet verklaard. De curator, mr. Boersen, komt zowel in haar hoedanigheid als curator als voor zichzelf (pro se) in verzet . Zij stelt dat haar onderzoek heeft uitgewezen dat er sprake is van een lege boedel zonder verhaalsmogelijkheden. De aanvraag van het faillissement levert misbruik van bevoegdheid op, aldus mr. Boersen. Zij heeft onnodig extra werk moeten verrichten zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen. Rechtbank Gelderland verklaart het verzet ongegrond met veroordeling van mr. Boersen in de proceskosten. Hof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, met veroordeling van mr. Boersen in de kosten van hoger beroep.

De civiele kamer van de Hoge Raad oordeelt dat een curator uitsluitend voor zichzelf en niet in zijn hoedanigheid als curator verzet kan instellen tegen een faillissement. De Hoge Raad verwijst naar zijn arrest van 18 december 2015, ECLI:NL:HR:2015:3636, NJ 2016/172 waar is geoordeeld dat de curator uitsluitend persoonlijke belanghebbende is bij een verzet. Dit geldt ongeacht door wie het faillissement is aangevraagd. Stelt de curator zoals in dit geval voor zichzelf verzet in, dan kan hij persoonlijk in de kosten worden veroordeeld. Het is aan het inzicht van de rechter die over de feiten oordeelt overgelaten of grond bestaat voor een veroordeling in de proceskosten. Voor het slagen van het verzet van de curator is vereist dat de faillissementsaanvraag is aan te merken als misbruik van bevoegdheid. Daarvan kan sprake zijn indien de aanvrager van het faillissement op het moment van de aanvraag weet dan wel behoort te weten dat de boedel leeg is en hij geen voldoende gerechtvaardigd belang bij de aanvraag heeft. Het enkele feit dat de boedel leeg is of blijkt te zijn, is onvoldoende ook al realiseert de Hoge Raad zich dat daarmee de curatoren veel (onbetaald) werk zou kunnen worden bespaard. Het is aan de wetgever om hiervoor een oplossing te bedenken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Faillissementswet 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Insolventierecht

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)

Editie: 29 december

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen