De Hoge Raad oordeelt dat voor de situatie van X geldt dat goed koopmansgebruik niet ertoe verplicht om het resultaat wegens afkoop van die renteswap te activeren en te amortiseren. De afkoop van de renteswap hangt namelijk samen met een variabel rentende lening in de zin van het arrest van de Hoge Raad van 8 november 2019.
Stichting X is een woningcorporatie. In het kader van haar financiële beleid en (risico)beheer maakt zij onder andere gebruik van renteswaps. In 2014 beëindigt X haar (gesloten) interest rate swappositie door afkoop en brengt de betaalde afkoopsom van € 20 mln ineens ten laste van haar fiscale winst. De inspecteur is van mening dat dit niet mogelijk is en stelt het verlies uiteindelijk, na bezwaar, vast op € 5,2 mln. Rechtbank Noord-Nederland stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. De rechtbank overweegt daarbij dat de Hoge Raad zich nog niet heeft uitgelaten over de vraag of bij daadwerkelijke afkoop van een samenhangend gewaardeerde kasstroomhedge in combinatie met de beëindiging van het onderliggende financieringscontract activering en afschrijving van de afkoopsom verplicht is. Verder is ook van belang dat deze rechtsvraag in een aanzienlijk aantal andere gevallen speelt en dat het belang van de beantwoording ervan door een recente wetswijziging is toegenomen.
De Hoge Raad gaat uitgebreid in op de fiscale behandeling van een afkoopsom van een renteswap. Aan de orde komen de gevolgen voor vastrentende leningen en de combinatie van een variabel rentende lening en een renteswap. Voor de situatie van X geldt dat goed koopmansgebruik niet ertoe verplicht om het resultaat wegens afkoop van de renteswap te activeren en te amortiseren. De afkoop van de renteswap hangt namelijk samen met een variabel rentende lening in de zin van het arrest van de Hoge Raad van 8 november 2019 (nr. 18/01352, V-N 2019/54.10) en verder wordt ook het risico van margin calls gelopen. Ook is de vervanging van de onderliggende variabel rentende lening door een vastrentende lening van belang. Voor de situatie van X is het motief voor de afkoop niet van belang. Ook is niet van belang of de nieuwe, vastrentende lening wordt aangegaan bij een andere bank dan de bank die de oorspronkelijke variabel rentende lening verstrekte en/of de bank met wie het renteswapcontract was afgesloten. Of de nieuwe situatie (vastrentende lening) uitsluitend wat rentelasten betreft een financieel voor- of nadeel oplevert ten opzichte van de oude situatie, dan wel per saldo een financieel voor- of nadeel oplevert, is ook niet van belang.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 28 februari
Carrousel: Carrousel