Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van zijn woning. De gemachtigde roept deskundigenbijstand in van een taxateur. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X naast de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand ook recht heeft op een vergoeding van de kosten van deskundigenbijstand. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van het College van B&W van de gemeente Deventer met toepassing van art. 81 Wet RO ongegrond (HR 18 oktober 2013, nr. 13/00799, V-N 2013/55.13). Nadien verzoekt het College van B&W om verduidelijking van het arrest.
De Hoge Raad verbetert in een herstelarrest een misslag in zijn arrest van 18 oktober 2013, nr. 13/00799. In onderdeel 4 van dat arrest wordt het College van B&W van de gemeente Deventer veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van X, vastgesteld op € 944 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. In onderdeel 3 van hetzelfde arrest vermeldt de Hoge Raad echter dat hij geen termen aanwezig acht voor een veroordeling in de proceskosten. Deze laatste zin berust op een misslag en wordt door de Hoge Raad vervangen door de zinsnede "acht termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten". Zoals ook blijkt uit de beslissing, acht de Hoge Raad immers wel termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien het cassatieberoep van het College van B&W ongegrond is verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:70