X woont in België en geniet meer dan 90% van zijn wereldinkomen uit Nederlandse bronnen. In zijn IB-aangifte 2009 kiest hij niet voor de binnenlandse belastingplicht, en neemt hij negatieve inkomsten uit de eigen woning op. De inspecteur corrigeert de aangifte en houdt geen rekening met de negatieve inkomsten uit de eigen woning. X maakt bezwaar en stelt de inspecteur in gebreke. In de beroepsfase geeft de inspecteur aan dat hij in de bezwaarfase abusievelijk is vergeten het premie-inkomen aan te passen. X verzoekt in hoger beroep om een integrale proceskostenvergoeding. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X recht heeft op een integrale proceskostenvergoeding. Ook is het incidentele hoger beroep van X gegrond. Het hof stelt de vergoeding vast op € 708, uitgaande van 1,5 punten voor proceshandelingen.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof de proceskostenvergoeding niet goed heeft berekend. X heeft volgens de Hoge Raad recht op een vergoeding op basis van 2 punten voor proceshandelingen. De gemachtigde van X heeft bij het hof namelijk een incidenteel hoger beroepschrift ingediend en is ter zitting verschenen. De Hoge Raad doet de zaak zelf af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 4:17