A dient namens belanghebbende, X, een verzoek tot wraking in van de raadsheer mr. Fierstra. A stelt daarbij (onder andere) dat mr. Fierstra een goede rechtsgang frustreert door stelselmatig in deze en alle voorafgaande zaken te weigeren het proces-verbaal van de zitting voor de Centrale Raad van Beroep aan A te verstrekken ondanks diverse wetsartikelen en jurisprudentie van met name de Hoge Raad, het EU-gemeenschapsrecht en het EVRM minacht en ambts- en machtsmisbruik (o.a. omkopingen) uit laat voeren door de Belastingdienst Almelo.
De Hoge Raad wijst het verzoek van A om wraking van de raadsheer mr. Fierstra af. Volgens de Hoge Raad heeft A de wrakingsgronden namelijk op geen enkele wijze geconcretiseerd. Verder wijst de Hoge Raad er nog op dat de genoemde gronden in wezen een herhaling vormen van de gronden die A in diverse andere eerdere wrakingsverzoeken heeft aangevoerd. De Hoge Raad bepaalt daarom verder ook nog dat een volgend verzoek om wraking in de onderhavige zaak niet in behandeling zal worden genomen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:15