Op 9 september 2014 heeft Hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak over een verzwegen buitenlandse bankrekening van een belastingplichtige (Hof Arnhem-Leeuwarden 9 september 2014, nrs. 13/00748 tot en met 13/00760, V-N 2014/47.3). Tegen het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting wordt beroep in cassatie ingesteld door de twee FIOD-ambtenaren die door het hof op zitting als getuige zijn gehoord. De Staatssecretaris van Financiën verzoekt de Hoge Raad om dit cassatieberoep versneld te behandelen. De Hoge Raad willigt het verzoek van de Staatssecretaris van Financiën in om het cassatieberoep van twee FIOD-ambtenaren versneld te behandelen. Het cassatieberoep richt zich tegen het proces-verbaal van het verhandelde ter zitting van Hof Arnhem-Leeuwarden van 9 september 2014, nrs. 13/00748 tot en met 13/00760. Beide FIOD-ambtenaren zijn door het hof als getuige gehoord. Kennisneming van het verzoekschrift, het beroepschrift in cassatie en de overige overgelegde stukken heeft de Hoge Raad tot de conclusie gebracht dat de zaak in aanmerking komt voor een versnelde behandeling als bedoeld in art. 8:52 Awb. De Hoge Raad bepaalt een datum voor het indienen van een verweerschrift en een eventuele mondelinge of schriftelijke toelichting.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:52