X is het niet eens met de aan hem opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelastingen van 18 december 2015. Hij schakelt daarvoor een gemachtigde in. De heffingsambtenaar van de gemeente Maastricht verklaart het bezwaar ongegrond. Rechtbank Limburg verklaart het beroep ongegrond, nadat is verzocht om een nieuwe machtiging. De gemachtigde stelt hoger beroep in. Hof 's-Hertogenbosch vraagt om een nieuwe machtiging, maar krijgt die niet. De gemachtigde verwijst slechts naar de recente machtiging die in de beroepsprocedure is overgelegd.
Hof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk omdat bewijs van een toereikende volmacht ontbreekt. Er is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de bij de heffingsambtenaar en het hof bestaande twijfels over de machtiging weg te nemen. Het hof heeft de gemachtigde en X namelijk de gelegenheid geboden om tot en met de zitting te voorzien in het bewijs dat X de gemachtigde heeft gemachtigd voor het door hem ingestelde hoger beroep. Beiden zijn echter niet ter zitting verschenen en alleen de machtiging uit de beroepsprocedure is opgestuurd door de gemachtigde. Het niet kunnen wegnemen van de twijfels over de machtiging komt voor rekening van X, waarbij het hof belang hecht aan de omstandigheid dat X, ondanks in persoon te zijn opgeroepen, niet ter zitting is verschenen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 18 juli