Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X terecht is opgekomen tegen de voorlopige aanslag, de heffingsrente, de uitspraak op bezwaar en de uitspraak van de rechtbank, waarbij die voorlopige aanslag in stand is gelaten.

Aan de heer X is een voorlopige IB-aanslag opgelegd. Ondanks bezwaar bij de inspecteur en beroep bij de Rechtbank Leeuwarden (18 mei 2011, nr. 09/2682) is de voorlopige aanslag gehandhaafd. Op 29 april 2010 is de voorlopige aanslag conform het standpunt van X verminderd tot een premie-inkomen van nihil. X gaat in hoger beroep. In geschil is slechts of dit beroep ontvankelijk is. De hoogte van de voorlopige aanslag is namelijk niet in geschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X terecht is opgekomen tegen de voorlopige aanslag, de heffingsrente, de uitspraak op bezwaar en de uitspraak van de rechtbank, waarbij die voorlopige aanslag in stand is gelaten. De in geding zijnde voorlopige aanslag is namelijk niet vernietigd en bedraagt meer dan nihil. Het maakt ook niet uit dat volledig tegemoet is gekomen aan de grieven van X. Het beroep van X is dus gegrond. X heeft recht op een proceskostenvergoeding en vergoeding van de griffierechten van beide procedures.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen