Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is omdat de gemachtigde geen toereikende volmacht heeft overgelegd voor het belastingjaar 2021.

X maakt bezwaar tegen de WOZ-beschikking en de aanslag onroerendezaakbelasting voor het jaar 2021. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar ongegrond, waarna X beroep instelt bij de rechtbank. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De gemachtigde van X stelt vervolgens hoger beroep in bij het hof. Tijdens de zitting op 28 november 2024 verzoekt de gemachtigde om uitstel vanwege privéomstandigheden, wat wordt afgewezen. Het hof heropent het onderzoek om de ontvankelijkheid van het hoger beroep te beoordelen. De gemachtigde overlegt een machtiging die beperkt is tot het belastingjaar 2020. Het hof geeft de gemachtigde vier weken om een toereikende volmacht voor het belastingjaar 2021 te overleggen, wat niet gebeurt. In geschil is of het hoger beroep ontvankelijk is gezien de beperkte machtiging van de gemachtigde.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is omdat de gemachtigde geen toereikende volmacht heeft overgelegd voor het belastingjaar 2021. De overgelegde machtiging is uitdrukkelijk beperkt tot het belastingjaar 2020, terwijl de procedure ziet op het belastingjaar 2021. Het hof verwerpt de stelling van de gemachtigde dat sprake is van een doorlopende machtiging. Omdat de gemachtigde niet bevoegd is om namens X hoger beroep in te stellen, verklaart het hof het hoger beroep niet-ontvankelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:108

Algemene wet bestuursrecht 8:24

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 14 april

Informatiesoort: VN Vandaag

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen